Enkelgewrichtsfractuur

Een fractuur van de enkelvork, het zogenaamde bovenste spronggewricht, komt relatief vaak voor.

Enkelgewrichtsfractuur

Oorzaken en symptomen

Meestal ontstaat de breuk door het omklappen van de voet bij het struikelen of uitglijden, bij het skiën, bij het vallen van grotere hoogte, bij verkeersongevallen en bij de inwerking van direct geweld. Het is dus een zogenaamd ongevalsletsel. Afhankelijk van de omvang en de exacte plaats van de breuk is een operatie en/of gipsverband noodzakelijk.

De meest opvallende symptomen bij dit letsel zijn pijn bij beweging, bijvoorbeeld bij het afrollen van de voet, zwelling en verkleuring van de huid rond het spronggewricht. Het is ook mogelijk dat de voet verkeerd komt te staan of zelfs dat er een open fractuur is, waarbij er bot uitsteekt door de huid, met het daarmee verbonden functieverlies van de voet. 

Therapie en genezing

De behandeling bij een breuk van het spronggewricht begint op de plaats van ongeluk, meestal door de spoedarts, die de stand van de voet corrigeert, om extra letsel aan de weke delen en letsel van de zenuwen en bloedvaten te voorkomen.

Bij aankomst in het ziekenhuis wordt het been vervolgens geïmmobiliseerd met een spalk.

Bij alle niet-verschoven fracturen van het spronggewricht en bij een breuk zonder letsel van de verbinding tussen het scheenbeen en het kuitbeen (syndesmose) is er geen operatie nodig. Een operatie komt doorgaans niet in aanmerking bij ernstige doorbloedingsstoornissen van de benen, bij een open been of infectie van de voorvoet en bij patiënten die een ernstige aandoening hebben en dus alleen met een verhoogd risico geopereerd kunnen worden.

Als de zwelling van het spronggewricht afgenomen is door immobilisatie via een gipsspalk of een open gipsverband, wordt er een gesloten gipsverband aangelegd. Na verwijdering van het gips wordt het herstel van de voet door middel van röntgenfoto's gecontroleerd en kan de belasting geleidelijk aan weer toenemen. Bij een eenvoudige fractuur van de buitenenkel in gips kan de voet gelijk weer volledig belast worden. 

Indien een operatie onvermijdbaar is

Bij een breuk van het spronggewricht waarbij de boteinden ten opzichte van elkaar verschoven zijn, is een operatie noodzakelijk. Dat geldt ook bij een letsel aan de syndesmose - de bandverbinding tussen het scheenbeen en kuitbeen - maar alleen als beide banden gescheurd zijn. Een tijdige operatie - binnen enkele uren uur - is onvermijdbaar bij ernstig letsel, zoals een open fractuur, vaat- of zenuwletsel en bij een breuk met ernstig letsel van de weke delen.

Als het spronggewricht te sterk opgezwollen is, moet de operatie uitgesteld worden, omdat er een groot infectiegevaar is bij sterke zwelling. Tot de zwelling afgenomen is, wordt het onderbeen in een gipsspalk of open gipsverband (half gips) geïmmobiliseerd. Ondertussen moet het been omhoog gelegd worden en afgekoeld worden.

Om afbraak van de spieren en trombose te voorkomen, moet er al met spieroefeningen begonnen worden als het gipsverband nog aanwezig is. Tot het gewricht weer volledig belast kan worden, is tromboseprofylaxe noodzakelijk. Dit bestaat uit fysiotherapie en dagelijks een pijnloze injectie met een heparinederivaat in het vetweefsel van de buik of het bovenbeen. Na verwijdering van het gipsverband zijn er intensieve oefeningen nodig om het gewricht weer even beweeglijk te maken als voor de breuk.